Aaltjes in selderij herkennen en bestrijden
Kijk hier voor een pdf-versie van deze informatie (flyer).
Knolselderij is gevoelig voor schade veroorzaakt door plantparasitaire aaltjes. De belangrijkste schadeveroorzakende aaltjes zijn speldaaltjes (Paratylenchus spp.) en Stengelaaltjes (Ditylenchus dipsaci). Daarnaast kan het Noordelijk wortelknobbelaaltjes (Meloidogyne hapla) en het wortellesieaaltje (Pratylenchus penetrans) zich vermeerderen op knolselderij zonder dat dit gewasschade veroorzaakt. In Zuid-Duitsland komt ook Paralongidorus maximus voor op knolselderij.
Paratylenchus spp.
Het speldaaltje veroorzaakt vooral schade bij schermbloemigen als peen, (knol-)selderij, peterselie en venkel. Dit aaltje komt vooral voor op lichte gronden. De meest schadelijke soorten zijn P. bukowiensis en P. projectus.
Schade wordt meestal bij hoeveelheden van meer dan 500 aaltjes per 100 ml grond veroorzaakt, het kunnen er soms ook meerdere duizend per 100 ml grond zijn.
Groeischade door Paratylenchus spp.Herkenning
Bovengronds: pleksgewijze slechte groei.
Ondergronds: Doordat de aaltjes de wortels aanprikken ontstaan vertakt deze en ontstaat er een bossis wortelstelsel. Er zijn wortels te zien met roestbruine afgestorven punten.
Beheersing
Teel geen schermbloemige gewassen (peen, selderij en venkel) in nauwe rotatie met kool. Slechte waardplanten zijn ui, aardappel, tarwe, boon, spinazie, haver en witlof. Tagetes is geen waardplant.
Ditylenchus dipsaci
Herkenning
Bovengronds is uitval van kiemplanten te zien en, in knolselderij, treedt in een later stadium rot op aan de buitenzijde van de knol. De stengels raken vervormd en stoelen extreem uit. Stengelaaltjes bevorderen ook aantasting door schimmelziektes zoals Fusarium.
Schade door Ditylenchus dipsaciOndergronds zijn meestal geen symptomen te zien.
Beheersing
Omdat de diverse soorten van Ditylenchus moeilijk te identificeren zijn is een efficiente planning van de vruchtwisseling niet haalbaar. Men moet rekenen met een teeltpauze van 5 jaar.