Aaltjes in peen herkennen en bestrijden

Kijk hier voor een pdf-versie van deze informatie (flyer).

 

Gesunde Möhren

Aaltjes kunnen in de peenteelt veel schade veroorzaken. Opbrengstverlies door slechte groei is één oorzaak. Kwaliteitsverlies in de vorm van misvormde peen kan heel ernstig zijn en zelfs een onverkoopbaar product opleveren. In peen zijn Pratylenchus penetrans, Paratylenchus spp. Trichodoriden en Meloidogyne spp. de belangrijkste aaltjes die schade veroorzaken.


Om aaltjesproblemen vroegtijdig te onderkennen zijn gewaswaarnemingen en bemonsteringen noodzakelijk. Wanneer er verdachte plekken worden aangetroffen, is het raadzaam om enkele planten voorzichtig op te spitten. De symptomen op de wortels zeggen heel veel over de oorzaak.

 

 

Pratylenchus penetrans


Herkenning
Bovengronds blijft het gewas achter in groei. De penwortels van peen die aangetast zijn door Pratylenchus penetrans zijn kort en afgestompt.
Op het fijne wortelstelsel zijn bruinverkleuringen (lesies) te zien. Het lijkt erop dat B-peen en Winterpeen gevoeliger zijn dan waspeen.

Beheersing
Teel voor de peen geen gewassen die veel Pratylenchus achterlaten zoals, mais, vlinderbloemigen. Bieten zijn een goede voorvrucht. De teelt van Tagetes patula is een zeer goede bestrijdingsmethode waar meerdere jaren van geprofiteerd kan worden.

 

 

Paratylenchus spp.

 

Herkenning
Bovengronds: Bij flinke aantasting verminderde groei. Ondergronds: Het typische symptoom is vertakking van het wortelstelsel met een roestbruinverkleuring door het afsterven van zijwortels.


Beheersing
Teel geen schermbloemige gewassen (peen, knolselderij en venkel) in nauwe rotatie met kool.


 

Ditylenchus dipsaci

Herkenning
Bovengronds is uitval van kiemplanten te zien en in een later stadium koprot.


Beheersing
Omdat de diverse soorten van Ditylenchus moeilijk te identificeren zijn is een efficiënte planning van de vruchtwisseling niet haalbaar. Men moet rekenen met een teeltpauze van 5 jaar.

 

 

(Para-)Trichodorus spp.

Herkenning
Deze aaltjes veroorzaken vooral problemen rond de opkomst van peen. De kans op schade is groter in een koud en nat voorjaar. Naast het wegvallen van kiemplanten ontstaat bovengronds een heel onregelmatige groei met gezonde en achterblijvende planten.
Doordat de aaltjes de wortelpunt aanprikken gaat deze zijwaarts weg groeien en vertakken. Alleen de peenwortel vertakt en niet de zijworteltjes.

Beheersing
Zaai niet in koude vochtige grond maar wacht tot de bodemtemperatuur wat hoger is zodat het gewas een snelle start kan maken.


Meloidogyne spp.


Herkenning
Bovengronds zijn de symptomen soms alleen zichtbaar bij hoge besmettingen en er zijn gewassen die geen groeiremming tonen, maar wel extreem gevoelig zijn voor kwaliteitsverlies Knobbels op wortels zijn de beste indicatie dat er wortelknobbelaaltjes aanwezig zijn. Bij Meloidogyne chitwoodi en Meloidogyne fallax ontstaan er langgerekte knobbels zonder zijwortelvorming. Bij M. hapla heeft het wortelstelsel een bossig uiterlijk en zijn de wortels op het knobbeltje meestal vertakt.

 

Beheersing
Doordat de natuurlijke sterfte in het voorjaar heel hoog is kan laat zaaien veel schade voorkomen. Vooral bij fallax werkt dit goed. Zwarte braak zorgt ook voor een hoge sterfte. Teelt van nietwaardplanten (M. chitwoodi/M. fallax: bonen, tagetes; M. hapla: graan), resistente tussengewassen (bijv. bladrammenas).

 

 

M. hapla
In peen ontstaan bij aantasting door M. hapla naast knobbelvorming ook vertakkingen.

 

 

 

M. chitwoodi / M. fallax
Bij aantasting door M. chitwoodi en/of M. fallax ontstaat geen vertakking maar heeft de peen uitwendige knobbels. Dit komt vaak pas bij de oogst aan het licht.